Levende verhalen: 'Door de lens van Eus'

''Goddank, ik ben er nog!"

Onlangs ontmoette ik Hay (62) op zijn scootmobiel in hartje Tegelen, samen met zijn keurig aangelijnde trouwe viervoeter Boef, een Engelse Bull Terriër. Een imposant mens met een markante uitstraling. Wie is hij? Het maakte mij nieuwsgierig. Ik wilde meer weten over deze openhartige man en wij maakten een afspraak.


Het is zaterdagochtend, een regenachtige, gure herfstdag. Op deze eerste dag van oktober rij ik naar Tegelen voor ons gesprek. Ik bel aan. Uit de intercom komt een donkere zware, doch zachte stem. "Kom maar naar boven, mijn voordeur staat al open." Ik loop een aantal trappen op en sta bij de laatste trede oog in oog met de openstaande voordeur. Het huisnummer klopt. Zijn trouwe en oude viervoeter Boef komt mij op een gezapig tempo tegemoet. Hij gromt een beetje, maar al gauw verdwijnt zijn geluid op de achtergrond, want Hay, hij heet eigenlijk Harrie vernoemt naar zijn opa, roept hem tot de orde. Daar zit hij dan, in zijn sta-op stoel. Zijn rollator staat achter hem. Een muur gevuld met fotolijstjes vertelt dat hij een familieman is. Hay is in Tegelen geboren, samen met zijn drie zussen en twee hardwerkende liefdevolle ouders. Zijn vader speelde een belangrijke rol in zijn leven. We geven elkaar de hand en ik dank hem voor het vertrouwen: “Ik ben blij dat ik eindelijk mijn verhaal kan doen”, zegt hij opgelucht.

Mijn vader betekende veel voor mij

Ik heb een fijne jeugd gehad. Ook al had ik het in het begin best moeilijk toen ik op 10- jarige leeftijd naar het buurtschap Offenbeek in Reuver verhuisde. Mijn vier leuke vriendjes moest ik achterlaten. Vader was loodgieter en werkte bij het spoor, dat was ook de reden dat we gingen verhuizen. Ik had een soort haat-liefde verhouding met hem. Hij vond me een vervelende jongen. Er was veel strijd, maar hij hield altijd zijn hand boven mijn hoofd, zelfs als ik in de ogen van mijn moeder iets fout had gedaan. Ik was zijn enige zoon, de stamhouder van de familie en dat betekende veel voor mijn vader. Hij was er altijd voor mij. Mooie herinneringen komen bovendrijven, die ik helaas niet meer met hem kan delen. Ik zie dat het hem raakt en er valt een stilte….Hay vervolgd zijn verhaal. We gingen vaak vissen bij de betoncentrale aan de Maas. Hier leerde hij mij mijn eerste sigaretje draaien. Als ik iets in de mond zou hebben, dan was ik in elk geval stil. Een grijns op zijn gezicht verschijnt. Ja, het roken is mij met de paplepel ingegoten. Weet je, ik wil stoppen met roken. Ben sinds een paar dagen met nicotinepleisters bezig en hoop dat het gaat werken. Hay duikt weer in zijn verleden. Mijn vader was er altijd voor mij. Hij nam mij overal mee naar toe, zag hierdoor veel en mocht ook dingen doen. Zo ging ik met hem naar loodgieter Stoffels. Daar zag ik de ‘gouden handjes’. En toen mijn vader bij de NS ging werken mocht ik meehelpen aan de overweg aan de Keulseweg in Reuver, maar ook bij de Vierpaardjes in Venlo waar ik de slagbomen mocht dicht maken. Ik vond dit als kind geweldig.

Wat een tijden

Naar school gaan was voor mij een hel. Met de handen bezig zijn, dat wilde ik. Ik ging naar de LTS in Swalmen voor de opleiding tot elektromonteur. Na mijn LTS ging ik werken bij vakantiepark De Lommerbergen en kreeg op mijn twintigste verkering met Jolanda die ik in het uitgaansleven in Beesel had ontmoet. We gingen vaak naar het jeugddansen in Reuver. "Wat was die tijd mooi en zorgeloos", zei hij met weemoed. Teruggaan naar de leeftijd van 16 tot 20 jaar, dat vrolijkte Hay op. Ik zag het. Zijn lach verscheen en zijn bedrukt gezicht verdween als sneeuw voor de zon. Wat fijn om te zien. Die periode waar alles kon en mocht. Met een stel collega's bouwden we op het park een aantal tenten op, terwijl de manager een oogje dicht kneep. Daar vloeide het bier rijkelijk en tot diep in de nacht stond de barbecue aan. Wat een tijden, maar helaas van korte duur. Mijn contract liep naar een jaar af. Ik maakte de overstap naar Viktor-Wolf in de stad. Het bedrijf bleek na enige tijd niet meer levensvatbaar te zijn en na enkele reorganisatie rondes was het mijn beurt. Het zwaard van Damokles viel. Weer een tegenvaller voor mij. Een uitkering volgde. Tweemaal per week verplicht solliciteren hoorde daar ook bij. Thuis zijn gaf me rust. Ik was 22 en woonde net samen met Jolanda. Verliefd, gelukkig, mooie tijden braken aan. Ik vond het ook fijn om voor even thuis te zijn. Mijn vader hielp mij met alles, zelfs als ik hem belde om voor mij aardappelen en eieren bij de boer te halen op de Mariastraat. Hij deed het graag.

Als Jolanda er niet was geweest

Door kennissen van mijn ouders kreeg ik een baan bij Metaalgieterij Giesen in Tegelen. Met plezier heb ik daar drieëndertig jaar gewerkt. Ik kwam hierdoor ook weer in contact met mijn vrienden van vroeger. Om daar te willen werken had ik slechts één voorwaarde. Er moesten elke ochtend verse broodjes voor iedereen aanwezig zijn en dat verzoek werd ingewilligd. In de pauze van de nachtdiensten op vrijdagnacht, warmde ik voor mijn medewerkers kippenkluifjes op, die door één van de collega’s thuis werd klaargemaakt. Toen ik een aantal jaren bij ‘De Gies’ werkte, volgde het dieptepunt van mijn leven. Bijna 4 maanden na de geboorte van mijn dochter stierf mijn vader aan een hersenbloeding. Als Jolanda er niet was geweest, had ik niet meer geleefd hoor…er viel weer een stilte…Ik was 29, maar moest verder met mijn leven. Het gezin werd compleet toen we nog een zoon kregen. We verhuisden in 1994 naar Steyl. Ik had genoeg afleiding, want ik kluste bij iedereen. Gratis en voor niks. Dat typeert hem ook. “Als anderen het maar goed hebben.” De appel valt niet ver van de boom.

Weken in coma

In 2016 ging bij mij het licht uit! Met drie herseninfarcten werd ik weken in coma gehouden. Weer een domper! Mijn herinneringen van die tijd zijn uit mijn geheugen gewist. Van het ene ziekenhuis naar het andere. Er werden fouten gemaakt bij de toevoer van zuurstof. De specialisten hadden hier geen verklaring voor, totdat men wist wat ik nodig had om te herstellen. Een intensieve revalidatie in Hoensbroek volgde. Alles wat ik nu vertel over die periode zijn verhalen van mijn zoon en Jolanda mijn ex-vrouw, waarvan ik nu 14 jaar ben gescheiden. Mijn dochter woonde toen voor haar werk in Zuid-Afrika, maar inmiddels woont ze met haar man en twee kinderen in Steyl. Het contact met mijn zoon is enigszins afstandelijk, maar toen ik hoorde dat hij elke dag aan het bed stond, ontroerde mij dit enorm. Na de revalidatie werd Jolanda mijn mantelzorger. Hoe mooi kan liefde op afstand zijn en toch ook zo dichtbij! Ik werd wederom geraakt…

Ik pluk de dag


Sinds mijn revalidatie ben ik met pijn in mijn hart niet meer in staat om te werken. Mijn energie is laag, daar moet ik mee leren leven. Dat vind ik jammer, want bij ‘De Gies’ heb ik een mooie tijd gehad. Hij vervolgd zijn verhaal. ”Boef is mijn steun en toeverlaat, die ik vlak na mijn revalidatie via Nolensplein had gekocht. Hij was toen drieënhalf jaar. Inmiddels heeft hij een respectabele leeftijd van acht bereikt. Best oud voor een rashond. Iedere dag, bij goed weer, stap ik op mijn scootmobiel en rij ik mijn vaste route over de Kerkstraat, door naar de Posthuisstraat en dan via de Kloosterstraat naar het veer in Steyl om zo de route langs de Maas naar Belfeld te volgen. Via de rijksweg rij ik terug naar Tegelen, maar eerst moet ik altijd door ‘ut ‘moeijste stukske van Steyl goan en det is Nabbe.’’ Ik zie hem genieten. Bij slecht weer doe ik op mijn computer een kaartspel. Dit is mijn dagelijkse geheugentraining en voel me daarna een stuk beter. Mijn twee kleinkinderen zijn mijn zonnetjes. Ik pluk de dag.


Wil je reageren op dit levende verhaal? Stuur een mail naar doordelensvaneus@gmail.com of laat een 'comment' achter bij het betreffende bericht op mijn Instagramaccount @eugene.luijten